Aan het begin van het boek wordt Job voorgesteld als toonbeeld van een gelukkig man, bij wie alles lukt: hij heeft een mooi gezin, hij is rijk en heeft een goede naam, hij is bovendien een toonbeeld van vroomheid (Job 1:1-5). Een hoofdstuk verder zien we hem zitten in zak en as: hij is alles kwijt. Het hoeft niet te verbazen dat hij wegzinkt in depressie. Jobs uitspraken laten ons toe om enkele symptomen van zijn depressie aan te wijzen
26apr