In de jaren dertig en veertig van de negentiende eeuw vond in het noordoosten van de Verenigde Staten een omvangrijke opwekking plaats in de Protestantse kerken. Deze ging gepaard met een diepe belangstelling voor de profetische gedeelten van de Bijbel.
De Adventbeweging van de jaren 1830-40 was daarvan een uitvloeisel. William Miller speelde vanaf ca. 1832 daarin een cruciale rol. Hij was er geleidelijk aan van overtuigd geraakt dat Christus in 1843 of 1844 zou terugkeren naar deze aarde. Die voorspelling bleef, zoals zo vele soortgelijke voorspellingen, onvervuld. Een van de groepjes die uit zijn beweging (die uit gelovigen vanuit allerlei kerken bestond) overbleef, nadat de voorspelling jammerlijk faalde, besloot verder te gaan met een grondige studie van de Bijbel. In hun kring waren de grondleggers van het Zevendedags Adventisme te vinden.
Ontstaan en geschiedenis van de Adventkerk in België
In 1897 kwam C. Augsburger, de eerste Franssprekende adventistische ‘zendeling’, vanuit Zwitserland naar België. Hij vestigde zich in Angleur, niet ver van Luik. Hij kreeg spoedig versterking van C. Grin. Hun werk had tot resultaat dat enkele gezinnen de beslissing namen om adventist te worden. Er vond een doop plaats en de eerste kleine Adventgemeente kon worden georganiseerd in Jemeppe, een voorstadje van Luik. In de jaren hierna ontstonden kleine kernen van Adventgelovigen in Brussel, Charleroi en Namen.
Vanaf 1904 begonnen ook de activiteiten in het Vlaamse deel van het land, met name in Antwerpen. De ‘pionier’, wiens naam hieraan onlosmakelijk verbonden is, is R. G. Klingbeil.
In de beginjaren was de kleine Belgische Adventkerk organisatorisch ondergebracht bij de kerk in het buitenland. Er was een eigen, meer onafhankelijke organisatie vanaf 1919 toen een ‘conferentie’ werd gevormd met een ledental van 257, onder leiding van ds. J. Wibbens.
In 1929 werd in Brussel een gebouw aangekocht in de Ernest Allardstraat dat dienst kon doen als kantoor voor de kerk in België en dat ook onderdak verschafte aan een Nederlandstalige en een Franstalige gemeente.
De kerk bleef langzaam maar zeker groeien. Einde 1940 waren er 15 gemeenten en stond het ledental op 624. Vanaf 1968 was de kerk in Luxemburg administratief verbonden met die in België. Momenteel zijn er rond 2.300 gedoopte adventisten in de ‘Belgisch-Luxemburgse Federatie’.
(Voor meer informatie over de geschiedenis van de Adventkerk in België: 100 jaar Adventkerk in België)
Ontstaan en geschiedenis van de Adventkerk in Luxemburg
Het begin van het Adventisme in Luxemburg dateert van een iets latere datum dan dat in België. De eerste adventistische ‘pionier’ die (vanaf 1924) in het Groothertogdom Luxemburg werkte was Charles Kramm, die vanuit de Elzas kwam. Hij had enig succes en als gevolg van zijn werk hadden enkele doopdiensten plaats tussen 1926 en 1929, maar tot de stichting van een gemeente kwam het nog niet.
Nieuwe pogingen om met het Adventisme in Luxemburg vaste voet aan de grond te krijgen werden in de jaren 1950 en 1960 ondernomen. In 1971 werd uiteindelijk een eerste gemeente georganiseerd met 13 leden door Marc Cools. Nu zijn er in Luxemburg ongeveer een honderdtal adventisten in twee gemeenten.